Blog 17 november 2017

Open of dicht

In vele artikelen en in veel berichtgeving wordt ingegaan op ons immuunsysteem. Het grappige is dat veel mensen eigenlijk niet echt weten wat ons immuunsysteem is. Iedereen weet wel dat het te maken heeft met bescherming van ons lichaam en dat ons immuunsysteem ervoor probeert te zorgen dat we niet ziek worden. Dat klopt ook als een bus. Maar waar zit nou ons immuunsysteem? Welk deel van ons lichaam regelt dit en hoe werkt dit? Hier kan ik een heel boek over schrijven, maar ik wil hier wel deze week en volgende week iets over uit leggen. Ook om iedereen hierbij een handje te helpen zijn of haar eigen immuunsysteem te versterken. Volgende week ga ik dieper in op wat het immuunsysteem nu precies is,  vandaag eerst op een orgaan dat een heel belangrijke functie heeft binnen ons immuunsysteem, namelijk de darmen.

Ik heb afgelopen jaar al vaker over de darmen geschreven, nu wil wat dieper in gaan op een deel van de darm, de darmwand. De darmwand zorgt ervoor dat schadelijke stoffen niet in ons lichaam opgenomen worden. Toch kan het gebeuren dat de darm deze stoffen wel doorlaat. Dan ontstaat er een situatie die ‘leaky gut’ wordt genoemd. Een probleem waar steeds vaker over geschreven wordt (gelukkig). Hoe kan het dat een darmwand zomaar ineens stoffen in ons lichaam laat? Dat gaat natuurlijk niet zomaar, dat is een proces.

Er is één bepaalde stof, een hormoon, dat eigenlijk voor ons bepaald of de darmwand doorlaatbaar wordt of niet. Dat is het hormoon zonuline. Als er veel zonuline wordt aangemaakt in de darmwand, dan opent deze zich. Wordt er minder aangemaakt dan zal de darmwand zich sluiten (en alleen voedingsstoffen toelaten). Nu is het dus van belang te weten wat ervoor zorgt dat deze stof aangemaakt wordt (of afgebroken wordt). Er zijn verschillende stoffen (in onze voeding) die een toename geven van de aanmaak van zonuline. De meeste van deze stoffen zijn inmiddels wel bekend. Ik zal ze 1 voor 1 even bespreken.

Een stof die veel mensen in meer of mindere mate binnen krijgen zijn gluten (behalve mensen die op een glutenvrij dieet zijn natuurlijk). In onze darmen worden gluten afgebroken. Dit is al een wat lastig proces, maar tijdens dit proces komt direct een stof vrij die zorgt voor een aanmaak van zonuline in de darmwand. Eten van gluten zal dus altijd invloed hebben op de aanmaak van zonuline.

Zuivelproducten hebben ook een directe invloed op de darmwand. In alle zuivelproducten (van dierlijke afkomst) zit het eiwit caseïne. Dit eiwit heeft ook een vervelende eigenschap. Bij de afbraak van deze eiwitten komt wederom een stof vrij die de aanmaak van zonuline bevordert. Het zijn vooral de afbraakproducten die hiervoor zorgen. We kunnen er dus voor zorgen dat ons immuunsysteem minder hard hoeft te werken als we de hoeveelheid gluten en zuivel beperken.

Dan is er nog iets dat veel invloed heeft op de aanmaak van zonuline. Dat is de toestand van ons microbioom, oftewel de aanwezige bacteriën in de darm. Er zijn bacteriën die goed voor de menselijke gezondheid zijn en helaas ook bacteriën die dat niet zijn. Als de gezonde bacteriën de overhand hebben, dan zal de hoeveelheid zonuline afnemen. Hebben schadelijke bacteriën de overhand, dan zal opnieuw de hoeveelheid zonuline in de darmen toenemen. Er zijn veel dingen die we kunnen doen om te zorgen voor gezonde bacteriën in onze darmen. Hiervoor hebben we probiotische en prebiotische producten. Denk bij prebiotica aan fruit en groenten, deze voeden de juiste bacteriën en zorgen ervoor dat deze de overhand krijgen. Probiotische producten zijn bijvoorbeeld gefermenteerde producten (kefir (bij voorkeur dan niet in zuivel), gefermenteerde groentes zoals verse zuurkool, tempeh, natto, enz.). Ik zelf vind het ook niet verkeerd om eventueel probiotica te supplementeren (alleen niet alle supplementen die beloven probiotisch te werken, doen dit)

Wat we dus juist niet moeten doen is het voeden van de schadelijke bacteriën. Nu komen we bij het lijstje van eigenlijk alle producten, waarvan iedereen weet dat het niet goed voor ons is. Denk dan vooral aan alles met suiker. Suiker is een geweldige voedingsstof voor de verkeerde bacteriën. Ook slechte vetten (koek, snackfood, chips) zijn delicatessen voor dit volk in onze darmen. Dan mogen we ook niet vergeten dat rood vlees ook invloed heeft op onze darmflora. Ook rood vlees zal ervoor zorgen dat de verkeerde bacteriën in onze darmen gevoed worden. Hoe meer deze bacteriën de overhand krijgen, des te meer stoffen zullen door de openstaande darmwand in ons lichaam terecht komen.

Betekent dit nu dat we geen gluten meer mogen, geen zuivel, geen suiker en geen rood vlees meer? Dit zal ik zeker niet beweren. Het gaat om de juiste balans. In dit geval gaat het erom dat we meer voeding eten die zorgt voor een dichte darmwand, dan dat we voeding eten die zorgt voor een open darmwand. Zolang we hiervoor zorgen zal de hoeveelheid zonuline in onze darmen niet dermate hoog zijn, dat de wand open staat voor gifstoffen en andere schadelijke stoffen. Dit is echter wel een proces dat heel snel kan veranderen, onze darmen veranderen vlug. Darmcellen kunnen zich snel herstellen, maar slechte bacteriën kunnen ook binnen een paar uur enorm toenemen in hoeveelheid. Kortom, voor aangerichte schade in de darmen, moeten we eigenlijk snel handelen. Als we dat doen, is er niks aan de hand. Dit zal er voor zorgen dat ons immuunsysteem niet te maken krijgt met allerlei stoffen, die via de darmen in ons lichaam komen. En hoe minder het immuunsysteem hoeft te doen, des te beter.

Fijne week.

Richard Wuisman.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.