Blog 29 juli 2018
De schildklier
Het is inmiddels een aardige tijd terug dat ik beloofde om een stukje over de schildklier te schrijven. Belofte maakt schuld, dus bij deze het stukje :-). De schildklier is ook niet het makkelijkste orgaan om over te schrijven. Het orgaan heeft vele functies en deze zijn niet allemaal makkelijk uit te leggen. Ondanks dat ga ik toch een poging doen. Ik zal niet al te diep in gaan op de hormonen en hun werking, anders wordt het helemaal onoverzichtelijk.
Functie van de schildklier:
Zonder een goede werking van de schildklier zullen we nooit lekker in ons vel kunnen zitten. Het is in zekere zin onze thermostaat. De schildklier zorgt ervoor dat we het niet koud krijgen en ook niet te warm. Mensen die het altijd koud hebben of in de zomer niet goed tegen de warmte kunnen, hebben vaak een probleem waar de schildklier een rol in speelt. Niet alleen onze temperatuur, maar ook ons energieniveau is afhankelijk van de schildklier. Er wordt wel eens gezegd dat een trage schildklier zorgt voor vermoeidheid en een te snel werkende schildklier voor teveel energie. De waarheid ligt iets gecompliceerder, maar dat komt zo. Voor onze schildklier, liggen nog 2 kleine kliertjes, dit zijn de bijschildklieren. Ook deze zijn belangrijk, want van hieruit wordt onze calciumhuishouding geregeld. Hier ligt dus ook een rol voor de schildklier; het stevig houden van onze botten. Ik zeg bewust elke keer dat de schildklier een rol speelt, maar niet dat het de bepalende factor is. Eigenlijk is de schildklier een doorgeefluik. Het krijgt signalen door en met voldoende materiaal (voldoende voedingsstoffen, zoals mineralen) kan de schildklier ook weer signalen doorgeven. Zo werkt het eigenlijk met alle klieren. Zo doet de schildklier dat in de zogenoemde HPT-as.
De HPT-as (schildklierhormoon-systeem)
Om het niet al te ingewikkeld te laten klinken heb ik het maar het schildklierhormoon-systeem genoemd. Was gebeurt er precies in dit systeem? HPT staat voor Hypothalamus-Pituitary-Thyroid. De hypothalamus is een belangrijk gebied in de hersenen, waar boodschapstoffen gemaakt worden. In dit systeem is dat TRH. Dit stofje geeft een signaal aan de hypofyse (ook in de hersenen, in het Engels pituitary) om het hormoon TSH (thyroide (schildklier) stimulating hormon) aan te maken. Dit is tevens de stof die in het bloed gemeten wordt om te kijken of er sprake is van een trage schildklier. Vervolgens kan de schildklier (Thyroid) TSH omzetten naar het hormoon T4. Het meest bekende schildklierhormoon (Thyroid 4 –> omdat de moleculen van het hormoon 4 jodium-atomen bevat). Wanneer dit hormoon in het bloed komt, zullen de lever en de nieren dit omzetten naar T3 of rT3. Bijproducten van dit proces zijn T2 en T1, maar verder voor dit verhaal zijn deze niet belangrijk.
Werkt de schildklier goed?
De schildklier werkt in dit verhaal goed als TSH omgezet wordt naar T4. De reguliere geneeskunde gaat er vanuit dat als er teveel TSH in het bloed zit, dat er sprake is van een trage schildklier. Dit is volgens mij niet helemaal juist. Het kan namelijk zijn dat de schildklier prima werkt, alleen er moeten wel genoeg stoffen zijn om TSH om te zetten. Zonder bijvoorbeeld jodium is het onmogelijk om T4 te maken. Heel veel, zo niet heel erg veel mensen in Nederland, hebben een jodium tekort. In deze situatie kan de schildklier nooit voldoende T4 maken.
Hierna komt de volgende stap, het omzetten van T4 naar T3 (of rT3). Voor deze stap hebben de lever en de nieren voldoende selenium nodig. Ook weer een stof waar veel mensen een tekort aan hebben. Deze omzetting gaat dus ook bij veel mensen niet goed. De aanmaak van T3 is belangrijk omdat dit hormoon zorgt voor energie en temperatuur in ons lichaam. Tevens zijn ook stoffen als vitamine B+C+E, zink, mangaan en koper nodig voor dit proces.
Het kan ook gebeuren dat T4 niet omgezet wordt naar T3 maar naar rT3 (reversed T3 = omgedraaid T3). Dit kan gebeuren als 2 andere systemen in het lichaam niet goed werken, waardoor de aanmaak van schildklierhormoon wordt onderdrukt. Die 2 systemen zijn de aansturing van de geslachtshormonen (FSH en LH) en het adrenaline systeem (stress systeem). Maar 1 van deze 3 systemen (met die van de schildklier meegeteld) kan goed werken en daarbij heeft het lichaam een hiërarchie. Als er geslachtshormonen aangemaakt moeten worden is dit het belangrijkst. Bij acute of chronische stress zal het adrenaline systeem belangrijker zijn dat het maken van de juiste schildklierhormonen. Bij chronische stress zal het rT3 aangemaakt gaan worden, en dit willen we eigenlijk niet, niet chronisch. Dit hormoon zorgt ervoor dat ons immuunsysteem 24/7 aan het werk is. Als dit 24/7 werkt gaan we suikers verbranden en vetten op slaan. Tevens krijgen de spieren minder prioriteit (de bloedvaten in de spieren nemen in omvang af) waardoor we minder energie hebben.
Het calciumsysteem (dit komt deels uit mijn blog van 31 maart: http://www.oogvoorbalans.nl/blog-31-maart-2018/)
Dit systeem werkt iets makkelijker. Eigenlijk houdt de schildklier in de gaten of het lichaam een tekort of een teveel heeft aan calcium. Bij een tekort gaat de schildklier een signaal geven aan de lever. De lever geeft weer een signaal af aan de nieren (dit gaat allemaal via hormonen en enzymen). De nieren zorgen vervolgens dat vitamine D afgeven wordt aan ons bloed, dus ook het bloed wat in de darmen komt. Vitamine D zorgt voor de opname van calcium in de darmen, hoe meer vitamine D in ons bloed, des te meer calcium opgenomen wordt. Dit proces werkt precies andersom bij een overvloed aan calcium. Er wordt minder vitamine D vrijgezet en er wordt minder calcium opgenomen vanuit onze voeding.
De vitamine D die inmiddels gebonden is aan calcium in combinatie met PTH (een hormoon uit de schildklier) zorgt er ook weer voor dat het calcium in het bloed het lichaam niet uit kan. Calcium wordt gefilterd in de nieren, maar nu wordt het ook weer gereabsorbeerd in de nier. Oftewel, het wordt eerst uit het bloed gehaald en komt in de nierkanaaltjes. Verderop in deze kanaaltjes wordt calcium weer teruggetrokken het bloed in. Op deze manier kan het lichaam bijna geen calcium meer verliezen.
Samenvatting:
Onze schildklier zal nooit de juiste hoeveelheid hormonen kunnen aanmaken als we een tekort hebben aan vooral jodium en selenium. Ook kan er wat fout gaan als we last hebben van chronisch stress, dan gaan de lever en nieren schildklierhormoon verkeerd omzetten. Voldoende vitamine D zal ook voldoende in ons lijf moeten zijn, voor de calciumhuishouding. Pas als dit allemaal in orde is en de schildklier ons niet genoeg energie geeft, dat kan er inderdaad mogelijk echt iets met de schildklier aan de hand zijn.
Vitale groet,
Richard Wuisman.
Maar ook bij een positieve tpo is de schildklier zelf in orde maar kan niet goed functioneren door antistoffen heb ik begrepen. Hoe belangrijk zijn in dit geval jodium, selenium en vitamine d? En is het mogelijk om de aanmaak van tpo terug te dringen?
Beste Yvonne,
Dankjewel voor je vraag. Een erg goede vraag zelfs. In dit geval ligt het probleem primair niet bij de schildklier. Als gevolg van de antistoffen zal de schildklier zijn functie minder goed kunnen uitvoeren. In geval van jodium/selenium/vit D tekorten zal de functie nog verder verminderen.
De aanwezigheid van antistoffen zijn vanuit mijn standpunt en kennis altijd een auto-immuunprobleem. Auto-immuunproblemen zijn het gevolg van een verstoring van de darmflora/leaky gut problematiek (ook vaak aanwezig zonder dat iemand dit door heeft). Er komen door problemen in de darmwand teveel stoffen ons lichaam binnen, die niet binnen horen te komen. Hierdoor raakt het immuunsysteem overbelast, waardoor vervolgens ook lichaamseigen stoffen/organen aangevallen worden.
Het oplossen van de darmproblemen zal dan ook de aanmaak van TPO terugdringen.
Hoe zorg ik voor voldoende jodium en selenium?
Onze westerse voeding is erg arm aan beide nutrienten. Jodium zit in grote hoeveelheden in zeegroenten (kelp, zeewier), het wordt toegevoegd aan brood (wat brood nog niet tot gezonde voeding maakt), avocado, noten, olijven/olijfolie.
Selenium zit bijna nergens meer in, omdat onze grond geen selenium meer bevat (in ons vlees zit het daarom bijna niet meer). In sommige (biologische) paddenstoelen zit nog wat, in noten (vooral paranoten) en schaal- en schelpdieren.
Natuurlijke voeding heeft wel altijd mijn voorkeur, maar bij gebrek aan beter in deze tijden, is een goed multivitaminesupplement misschien nog wel de beste oplossing.